Minne Finne Grou

Nog geen definitieve ligplaats recreatiearken De Burd aanpassing bestemmingsplan nodig

Grou – Voordat de recreatiearken definitief een plek kunnen krijgen op De Burd moet de gemeente het bestemmingsplan op een paar punten aanpassen. Vooralsnog blijft de daar aanwezige recreatieark daar liggen.

Gemeente moet aan de slag

De Raad van State heeft in een tussenuitspraak de Gemeente Leeuwarden opgedragen om in het bestemmingsplan betere maatregelen te nemen die de natuur beschermen. Zo mag er geen buitenverlichting geplaatst worden, moeten de steigers over de oeverzone  heenlopen en mag er niet op het buitenwater geloosd worden. Binnen een half jaar moeten aanpassingen in het bestemmingsplan doorgevoerd worden.

Recreatiearken op de Burd

De drie ligplaatsen waar het om gaat zijn: Burd 8027 die ligt noordelijk en is volledig gescheiden van de andere twee, terwijl Burd 8025 en 8026 dichter bij elkaar liggen, met aangrenzende tuinen op land. De nieuwe locaties bieden een balans tussen de wensen van de huidige eigenaren en de behoefte om het gebied Minne Finne te transformeren tot een woonwijk. Deze woonwijk is inmiddels gerealiseerd al is er nog discussie over de invulling van het verwilderde openbare gebied dat aansluit op de woningen.

Woningbouw op de Minne Finne

De verplaatsing van de recreatiearken is noodzakelijk om ruimte vrij te maken voor de inmiddels gerealiseerde woningbouw in Minne Finne. De Grouster Vastgoed Maatschappij (GVM) speelt hierin een sleutelrol. Zij hebben een exploitatieovereenkomst gesloten met de gemeente Leeuwarden en zijn verantwoordelijkheid voor het herplaatsen van de recreatiearken.

Kritiek vanuit de VvE Suderburd

De Vereniging van Eigenaren Suderburd (VvE), die woon- en recreatiebelangen op De Burd vertegenwoordigt en bezwaar had aangetekend heeft zorgen geuit over de verplaatsing van de arken naar de Burd. Hun belangrijkste bezwaren betreffen aantasting van het uitzicht en mogelijke schade aan de natuur. De afstand tussen de recreatiewoningen en de nieuwe ligplaatsen varieert van 80 tot 360 meter, wat volgens de VvE onvoldoende buffer biedt. De meeste bezwaren die werden aangevoerd werden door de RvS afgewezen. Toch moet de gemeente wel een aantal maatregelen nemen voordat het bestemmingsplan definitief goedgekeurd kan  worden.

Lees hier de uitspraak van de Raad van State

Koereiger

Koereiger verovert Nederland en ook gezien nabij Grou

De Koereiger is een zeer mobiele soort. Met name buiten de broedtijd kan de soort enorme afstanden afleggen naar geschikt voedselgebied. Dankzij deze zwerflust is de Koereiger in de vorige eeuw begonnen aan een danige uitbreiding van het verspreidingsgebied. De soort heeft inmiddels ook in Nederland vaste voet aan de grond gekregen, met een recordaantal broedparen in 2024.

Kuddedier

De Koereiger is van oorsprong een Afrikaans-Aziatische soort. Van alle reigers is de Koereiger het minst aan water gebonden. De soort heeft de onderscheidende gewoonte om grote hoefdieren te volgen; regelmatig stappend, afgewisseld met uitvallen naar opvliegende insecten. Deze jachtwijze is effectiever in de buurt van een kudde dan wanneer de vogel alleen voedsel zoekt.

Atlantische Oceaan

In de jaren dertig van de twintigste eeuw stak de Koereiger zelfstandig de Atlantische Oceaan over. De eerste waarnemingen op het Amerikaanse continent werden nog afgedaan als mogelijk ontsnapte vogels, want de Koereiger wordt wereldwijd veel in gevangenschap gehouden. Echter in 1937 werd in Brits-Guiana een exemplaar verzameld waarvan vaststond dat deze van wilde herkomst was. Tien jaar later, in de periode 1947-1948, stelde de Nederlandse ornitholoog Haverschmidt vast dat de Koereiger in buurland Suriname al een gewone verschijning was geworden. De Koereiger profiteerde in Zuid-Amerika van nieuw ontstaan leefgebied: de kapvlaktes als gevolg van ontbossing.

Wereldveroveraar

De kolonisatie van Amerika verliep snel in alle windrichtingen. In 1953 werd voor het eerst een broedgeval vastgesteld in Florida en in 1962 in Ontario in Canada. In de loop van de jaren 60 en 70 bereikte de Koereiger Vuurland in het uiterste zuiden van Zuid-Amerika. Rond deze tijd begon ook de uitbreiding van het leefgebied in Europa. In de negentiende eeuw waren Europese broedgevallen nog uitsluitend voorbehouden aan Andalusië. In 1930 vestigde de soort zich in het zuiden van Portugal. In naoorlogse vogelgidsen stond de soort nog te boek als ‘broedvogel van Zuid-Spanje en Portugal’ met als toevoeging ‘dwaalgast in de rest van het Middellandse Zeegebied’. Maar daar kwam in hoog tempo verandering in.

Na een reeks mislukte broedpogingen vond in 1969 het eerste succesvolle broedgeval plaats in Frankrijk. In de Camargue brachten twee paren negen jongen groot. Tien jaar later – in 1979 – ging het alleen in de Camargue al om 323 broedparen. Door streng winterweer in januari 1985 zakte de prille populatie in tot 74 broedparen, maar ondanks dit dipje zette de groei in razend tempo door naar 3540 broedparen in 1996.

Uitbreiding

De Camargue diende als springplank voor de rest van het continent. Vanaf 1981 ging de soort ook elders in Frankrijk broeden en in 2014 telde de gehele Franse broedpopulatie al 12.000 paren. In 1985 maakte de Koereiger de overstap naar Sardinië en vandaar naar het vasteland van Italië, waar de soort inmiddels wijdverbreid voorkomt. Alle andere Middellandse Zeelanden volgden. In Europa is de Koereiger momenteel, na de Blauwe Reiger, de algemeenste reiger.

Ondersoort

De Koereiger breidde zich niet alleen uit vanaf het Afrikaanse continent, ook de populatie in Azië nam een vlucht. Het gaat hier om de ondersoort coromandus, die tegenwoordig ook wel als aparte soort wordt beschouwd; de Oostelijke Koereiger. Inmiddels komt de Koereiger voor op alle bewoonde continenten. In sommige landen is de reiger zo algemeen geworden dat deze beschouwd wordt als een plaagdier. De uitbreiding van de Koereiger wordt toegeschreven aan de wereldwijde uitbreiding en intensivering van de landbouw, met name het groeiend oppervlak agrarisch grasland en geïrrigeerde gewassen, zoals rijstvelden. Bovendien speelt temperatuur een belangrijke rol in het voorkomen van Koereigers. Opwarming van de aarde blijkt gunstig te zijn voor met name de noordwaartse uitbreiding van het verspreidingsgebied. Tegelijkertijd is op korte termijn een aantalsafname vastgesteld op het Iberisch schiereiland als gevolg van de droogte.

Hoe gaat het in Nederland?

In Nederland is, net als elders in de wereld, de verspreiding buiten de broedtijd veel ruimer. Met name in de nazomer kunnen Koereigers worden gezien in alle provincies, vooral in Laag-Nederland en het Rivierengebied. Soms komen groepen van tientallen individuen voor. Op een slaapplaats in Polder Jantjesplaat in de Biesbosch werden in september 2023 maximaal 63 exemplaren geteld. Tijdens slaapplaatstellingen van zilverreigers in oktober 2023 werden op 15 van 190 getelde slaapplaatsen ook Koereigers waargenomen.

Lange afstanden

Tijdens deze slaapplaatstellingen valt de grote mobiliteit van de soort op. De ene nacht kan een groep op de ene plek slapen, de volgende nacht ergens anders. Tussen 1 september en 31 maart werden op dertig verschillende slaapplaatsen één of meer Koereigers waargenomen (figuur 1). Dit maakt het lastig om een goede aantalsschatting te maken. Bovendien slaapt een deel van de Nederlandse vogels waarschijnlijk in België. Hier liggen enkele zeer grote slaapplaatsen van vele honderden Koereigers in De Blankaart en in de kleiputten van Wenduine. Laatstgenoemde ligt hemelsbreed slechts 21 kilometer vanaf de Nederlandse grens. Uit het oorspronkelijke leefgebied in Afrika zijn slaapvluchten bekend van wel zestig kilometer. In de Zeeuwse delta worden overdag veel meer Koereigers waargenomen dan tijdens slaapplaatstellingen en langs de kust bij Cadzand is slaaptrek waargenomen waarvan vermoed wordt dat de vogels van de slaapplaats in Wenduine komen.

Aantal Koereigers op de getelde zilverreigerslaapplaatsen in Nederland tussen 1 september 2023 en 31 maart 2024. Niet alle slaapplaatsen waren gelijktijdig in gebruik door Koereigers.
Figuur 1. Aantal Koereigers op de getelde zilverreigerslaapplaatsen in Nederland tussen 1 september 2023 en 31 maart 2024. Niet alle slaapplaatsen waren gelijktijdig in gebruik door Koereigers.

Eerste broedgevallen

De eerste broedpoging van de Koereiger in ons land was al in 1998 in De Wieden. Deze poging mislukte in de jongenfase. Nederland ligt op de uiterste noordgrens van het verspreidingsgebied van de Koereiger. Alleen in het Verenigd Koninkrijk, waar de soort sinds 2017 zeker broedt, zijn broedgevallen op dezelfde geografische hoogte vastgesteld. Pas in 2021 vond het eerste succesvolle broedgeval plaats en sindsdien broedt Koereiger jaarlijks in Nederland. In 2021 en 2022 werd door drie paren gebroed in De Wieden. In 2023 telde onze broedpopulatie vijf paren: in De Wieden (4) en op de Sasseplaat (1). In 2024 gaat het al om 29 tot 31 broedparen verdeeld over maar liefst zes kolonies (figuur 2).

De Koereiger blijkt een blijvertje in Nederland en het lijkt erop dat de grote aantalsexplosie die bekend is uit andere delen van de wereld in ons land op het punt staat te gebeuren.

Bron: Sovon Vogelonderzoek Nederland
Skjin wetter

Succesvolle editie Skjin Wetter 2024: 860 km Friese wateren zwerfafval vrij!  

Grou – In de week van 5 t/m 12 oktober 2024 heeft de Friese Milieu Federatie (FMF) samen met Wetterskip Fryslân, Omrin, gemeenten en ruim 2000 vrijwilligers met succes de 8e editie van Skjin Wetter georganiseerd. In en rondom Grou ging een aantal suppers met Aukje Postma het water op om afval te verzamelen.

In de negen Friese gemeenten, Dantumadiel, De Fryske Marren, Harlingen, Leeuwarden, Noardeast-Fryslân, Smallingerland, Súdwest-Fryslân, Tytsjerksteradiel en Waadhoeke, werd dagelijks gewerkt aan het schoonmaken van de wateren en oevers. De hele week stond in het teken van bewustwording en actie tegen zwerfafval in onze Friese wateren.

Opruimacties door de hele provincie

Vrijwilligers gingen aan de slag met kano’s, SUP’s, bootjes en sterke magneten om afval uit het water te verwijderen. Waterscoutinggroepen, duikers, kanoverenigingen, scholen, SUPscholen, bedrijven en buurtbewoners deden enthousiast mee en staken de handen uit de mouwen. Dankzij de gezamenlijke inzet van meer dan 2.000 deelnemers is 860 kilometer aan Friese waterwegen zwerfafvalvrij gemaakt.

Impact van ons gedrag op het oppervlaktewater

Naast de opruimacties is er ook veel aandacht voor het effect van ons eigen gedrag op de kwaliteit van het water. Wat we thuis door het toilet of de gootsteen spoelen, zoals medicijnresten en microplastics uit verzorgingsproducten of synthetische kleding, kan niet altijd volledig door de rioolwaterzuivering worden gefilterd. Dit heeft een directe impact op de kwaliteit van ons oppervlaktewater. “We hebben allemaal schoon water nodig. Voor mensen, plant en dier, voor de natuur en de landbouw”, aldus dagelijks bestuurder Monique Plantinga van Wetterskip Fryslân. “Iedereen kan een bijdrage leven aan schoner water. Lever oude medicijnen in bij de apotheek, verwijder de vlooienband als je je hond laat zwemmen, leeg het boottoilet niet in het water maar bij een inzamelstation. Zelf kunnen we veel doen.”

Kaderrichtlijn Water

Naast de acties en bewustwording sluit Skjin Wetter aan op de Kaderrichtlijn Water (KRW), een Europese richtlijn die streeft naar schoon en gezond water in alle lidstaten. “Nederland moet voldoen aan de KRW-doelstellingen voor 2027, maar er is nog veel werk te verzetten. Er is een gezamenlijke aanpak nodig tussen overheden en gebruikers om de waterkwaliteit te verbeteren”, aldus Lemke Statema, projectleider van Skjin Wetter.

Skjin Wetter 2024 was een groot succes dankzij de samenwerking tussen de Friese gemeenten, Wetterskip Fryslân, Omrin en de Friese Milieu Federatie. Samen zetten we ons in voor een schoner Fryslân, niet alleen tijdens deze week, maar ook in de toekomst.  Voor meer informatie over Skjin Wetter, ga naar www.samenfryslanschoon.frl/skjinwetter.