Grou – Ruim zes jaar hoort Boarnsterhim-Noord nu bij Leeuwarden en nog altijd is het nog niet gelukt om in de hele gemeente voor de was- en kleedruimtes (W&K’s) op de sportvelden gelijke monniken ook gelijke kappen te geven.
Binnen 2 jaar na een gemeentelijke herindeling moet die ‘harmonisatie-klus’ op alle onderdelen klaar zijn. In veel gevallen is dat ook gelukt, maar zo niet wat de W&K’s betreft. Daar heeft de gemeente volgens de clubs uit voormalig Boarnsterhim hun signalen jarenlang genegeerd en vervolgens de al in 2017 gekozen oplossing –het deprivatiseren van de W&K’s- nog lange tijd getraineerd.
Nu
stelt het college bij de Mid Term Review (MTR) komend voorjaar eindelijk voor
om te voorzien in de extra kosten voor die deprivatisering van € 75.000 per
jaar, die ze daarvoor 3 jaar geleden al aankondigde. De informerende brief die
het college hierover op 11 februari jl. aan de Raad stuurde is wat de clubs
betreft echter volstrekt onvolledig en op onderdelen ook onjuist. Dit omdat
erin niet aan de orde komt, dat de clubs uit voormalig Boarnsterhim menen recht
te hebben op eenmalige vergoeding van kosten voor overname van de W&K’s en
compensatie voor de vele jaren dat zij door het negeren en traineren van de
gemeente onnodig met veel te hoge kosten te maken hebben gehad. Dit is een
gevolg van het feit dat in voormalig Boarnsterhim de clubs de bouw van de
W&K’s altijd volledig zelf moesten betalen, evenals de hoge
eigenaarskosten, zoals OZB etcetera. Gemiddeld kosten hen dit jaarlijks zo’n €
5000 – € 6000, maar twee clubs in Grou met vrij nieuwe gebouwen zelfs € 14.000
– € 32.000, zo bleek al in 2017 uit een onderzoek in opdracht van de gemeente.
In de stad Leeuwarden was en is de gemeente bijna altijd eigenaar van de
W&K’s, draagt daarvoor alle eigenaarskosten en stelt deze gratis aan de
clubs ter beschikking bij de veldhuur.
Om
het college en de raadsleden voor een correcte besluitvorming te voorzien van
de volledige en juiste informatie op dit punt hebben de clubs met eigen
W&K’s hen die nu zelf aangeboden. Dat doen zij met een chronologisch en
verifieerbaar feitenrelaas van het wanbeleid van de gemeente waar zij nu al
meer dan 6 jaar mee geconfronteerd worden.
De
clubs realiseren zich dat dit in een tijd dat de gemeente te maken heeft met
forse bezuinigingen op tal van terreinen geen aantrekkelijke boodschap is. Zij
hebben dan ook aan de gemeente een minimum-voorstel gedaan voor vergoeding van
slechts een klein deel van de eenmalige kosten voor overname en compensatie
waarop zij aantoonbaar recht menen te hebben. Nu de tijd richting
besluitvorming voortschrijdt en zij geen signalen krijgen dat dit voorstel
serieus wordt overwogen hebben zij gemeend met het feitenrelaas en het minimum-voorstel
naar buiten te moeten treden om zo de Raad gelegenheid te bieden om recht te
doen aan de raadsbrede motie die zij op dit punt op al op 16 november 2015 (!)
aannam.