Wetterskip Fryslân heeft in de begroting voor 2025 zijn financiële zaken op orde. De verwachte stijging van waterschapslasten is iets lager dan dit voorjaar was voorzien. Het is de vraag of deze lijn op de langere termijn is vast te houden, waarschuwt het dagelijks bestuur. In januari dit jaar werden nog verschillende polders, waaronder nabij Grou, onder water gezet wegens extreem hoge waterstanden.
Sober en doelmatig.’ Zo typeert dagelijks-bestuurslid Remco van Maurik de net afgeronde ontwerpbegroting. ‘Dit is de vertaling van wat we hebben afgesproken in de perspectiefnota die voor de zomer is vastgesteld. Voor nu liggen we op koers. De lastenstijging voor volgend jaar lijkt zelfs mee te vallen. Maar we voorzien wel dat we in de toekomst voor beduidend hogere kosten zullen komen te staan. Dat willen we volgend jaar scherp in beeld brengen.’ Van Maurik: ‘Om te blijven zorgen voor veilig, voldoende en schoon water in Friesland en het Groninger Westerkwartier, zullen we flink moeten investeren, bijvoorbeeld in onze gemalen, keringen en rioolwaterzuiveringen.’
Dijkversterkingen
Zorg is er op dit moment over de toekomstige financiering van dijkversterkingsoperaties, zegt dagelijks bestuurder Frank Jorna. Rijk en waterschappen werken samen aan waterveiligheid binnen het landelijke Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). Dat is erop gericht om met sterkere dijken de effecten van klimaatverandering voor te blijven. Dit najaar moeten beide een belangrijk besluit nemen over de financiering van dijkversterkingen die volgend jaar in gang moeten worden gezet, om vervolgens te worden uitgevoerd tussen 2030 en 2036. Het gaat om € 1,25 miljard extra geld van de waterschappen en € 1,25 miljard van het Rijk. Jorna: ‘Wy binne fol oan de bak foar de dykfesterkings en ha der as wetterskippen op foarsortearre om hjir jild foar út te lûken, mar it Ryk hat dit noch net op de begrutting stean. Der meitsje alle wetterskippen har soargen oer, want soks betsjut al wat foar de kontinuïteit fan it programma.’
Weerbaarheid
Wetterskip Fryslân wil pal staan voor het waterbelang in alle opgaven rond de inrichting van Fryslân en het Groninger Westerkwartier. Het dagelijks bestuur ziet serieuze uitdagingen: een klimaat dat verandert, een watersysteem dat zijn grenzen nadert, een kwetsbare zoetwatervoorraad en de waterkwaliteit die onder druk staat. Daarom wil het dagelijks bestuur werken aan weerbaarheid. Van Maurik: ‘Dat werkt twee kanten op. We willen de maatschappij weerbaar maken in de omgang met water. Maar we willen ook zorgen voor een weerbaar watersysteem, dat klaar is voor de toekomst.’
Boezemplan
Het dagelijks bestuur komt in 2025 bijvoorbeeld met een boezemplan. Dat richt zich op een toekomstbestendige inrichting van het aaneengesloten hoofdstelsel van vaarten en meren tussen Lemmer en Lauwersmeer. Hierin wordt ook beoordeeld of er een extra zeegemaal nodig is. Een concrete maatregel is de inrichting van de natuurpolder Himpensermar als waterberging voor uitzonderlijk natte tijden. In 2025 komt er ook een actualisatie van het beleid voor grondwateronttrekkingen in droge tijden. Deze is gericht op het behouden van voldoende grondwater en de bescherming van kwetsbare natuur.
Belastingopbrengsten
De totale lasten in de ontwerpbegroting komen voor nu uit op ruim € 230 miljoen. Hiervan is € 35,5 miljoen bestemd voor veilige dijken, € 81,5 miljoen voor het watersysteem, 54,4 miljoen voor waterzuivering en € 59 miljoen voor bestuur en organisatie. Van Maurik: ‘Er spelen nog onderwerpen die tot uitzetting van de begroting kunnen leiden. Dat geldt bijvoorbeeld voor de consequenties van PFAS-vervuiling rond de Jelsumer Feart en onze inspanningen om de schoonwaterdoelen te behalen zoals die in de Kaderrichtlijn Water staan. Op dit ogenblik is daarover nog onvoldoende helderheid.’
Belastingopbrengsten
De bekostiging moet vooral uit belastingopbrengsten komen. Twee derde komt uit de heffing voor het watersysteem (de bescherming tegen hoog water en de zorg voor voldoende water). Het andere deel komt uit de heffing voor zuiveringsbeheer (de zorg voor schoon water). Voor een sluitende begroting moet de totaalopbrengst voor het watersysteembeheer stijgen met 4,8 procent en die voor het zuiveringsbeheer met 4,4 procent. In de Perspectiefnota waren eerder stijgingen van respectievelijk 5,5 en 6,5 procent voorzien.
Tarieven in december bekend
De vertaling naar belastingtarieven maakt het waterschap pas bekend in december. De hoogte van de lasten per huishouden of bedrijf wordt berekend volgens een vaste verdeelsleutel en aan de hand van verschillende factoren. Voor huishoudens maakt het verschil of ze in een huur- of koophuis wonen. Daarnaast spelen gezinsgrootte en de gemeentelijke WOZ-waarden een rol. Actuele cijfers over deze WOZ-waarden zijn pas tegen het einde van het jaar beschikbaar.
Besluitvorming
Het algemeen bestuur heeft het laatste woord over de begroting. Deze wordt op 4 november besproken in de adviescommissie voor Dijken, Steden en Financiën. Op 19 november beslist het algemeen bestuur over de vaststelling van de begroting.