Berichten

Grou Wilhelminapark Hoanepôle

Geen watervogels meer voeren in Wilhelminapark Grou

Grou – Vanaf vorige week geldt er een landelijke ophokplicht voor pluimvee. Dit moet verspreiding van de vogelgriep voorkomen. In het Wilhelminapark geldt een voerverbod voor de watervogels. 

Het bestuur van Stifting de Hoannepôle heeft besloten de hanen zijn tijdelijk naar binnen te verhuizen. Tevens geldt er een voerverbod voor de watervogels. Er geldt sinds gister een afschermplicht vanwege verspreiding van het vogelgriepvirus. 

Wilhelminapark Grou

Vanwege vogelgriepdreiging geen toegang tot de watervogels in het Wilhelminapark te Grou. Foto: Press4All

De watervogels kunnen niet naar binnen, en daarom is gekozen voor een andere manier van afscherming. Door niet te voeren, voorkom je contact met de vogels en komen er ook minder wilde vogels in het park. De toegang tot de watervogels is geblokkeerd met een rood-wit lint en een pamflet met instructies voor de bezoekers. Het wapperende lint schrikt ook wilde vogels af. De parkeenden krijgen uiteraard de nodige zorg van de vrijwilligers.

Bron: Facebook Wilhelminapark Foto’s: Press4All

Wilhelminapark blog: Dieren houden verbieden?

Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren wil dierentuinen afschaffen. Voor kinderboerderijen moet er volgens haar een strenger regime komen. Nu valt ons Grouster park een beetje buiten de boot bij deze plannen; een dierentuin hebben we niet en het verschilt ook wezenlijk van een kinderboerderij. Toch voelt Sabine Vriesema zich als voorzitter van Stichting de Hoannepôle aangesproken door mevrouw Thieme.

Sabine Vriesema schrijft over het houden van dieren in gevangenschap:
”Al sinds 1969 worden dieren gehouden in het Wilhelminapark. En na bijna vijftig jaar zijn ze eigenlijk niet meer weg te denken. Want hoe mooi het park eerder ook was (en straks weer is!), de meeste bezoekers komen om dieren te zien. Kinderen verzinnen namen voor de geiten -meestal Vlekje, Witje, Meh-Meh of iets wat daar op lijkt- en kiezen hun lievelingsdier. Ze voelen een connectie met een dier. En dat is waar het mij in de basis om gaat. Als je ergens interesse voor hebt, wil je er meer over weten. En als je er meer van weet, kun je er naar handelen. Door interesse te wekken voor dieren, kunnen we hopelijk een bijdrage leveren aan een betere omgang met dieren. Het houden van dieren zorgt dat je op een ongedwongen manier in aanraking kunt komen met dieren. Haal je de mogelijkheid weg om ‘in het echt’ kennis te maken met de verscheidenheid aan dieren, dan haal je ook een mogelijkheid weg om de interesse te laten groeien.”

Verantwoorde keuzes
”Natuurlijk moet je je één ding afvragen; heiligt het doel de middelen? Dit hangt af van de diersoort en van het individuele dier. Waar het ene parkietje graag contact zoekt met mensen, verstopt de ander zich liever bij drukte. Op die behoefte moet je inspelen. In het Wilhelminapark proberen we zo goed mogelijk naar dieren te luisteren. Soms hoort daar de keuze bij om een dier(soort) niet langer te houden. Ook bij het fokken van dieren moet je keuzes maken: jonge konijnen wekken ontzettend veel interesse, maar als de asielen vol zitten met achtergelaten konijnen, heiligt het doel de middelen niet meer. Tegelijkertijd is er soms juist een mogelijkheid om dieren over te nemen van een overvol opvangcentrum.”

Meer weten…
Ooit weigerde een parkbezoeker een kakelvers eitje ‘omdat het uit een kip kwam’. Misschien had ‘ie liever iets anders, want hoeveel eieren leggen de konijnen eigenlijk? De hertenbok, die met het gewei, zal nooit zwanger raken. De cavia’s zullen nooit marmotten worden en de kauwen zijn geen kraaien. En zolang mensen de spechten niet weten te vinden, denk ik dat we nog veel meer interesse bij mensen moeten gaan creëren voor dieren…

Wilhelminapark blog: Bronsttijd, bokken en burlen

GROU – De bronsttijd is het jaarlijks terugkerende herfstfeestje voor hertenbokken; het is paartijd. Een hertenbok begint al vroeg met de voorbereidingen voor de bronst, vrouwen versieren is natuurlijk een heel project.

Metamorfose
In mei werpt de hertenbok zijn oude, versleten gewei af. Meteen daarna begint zijn nieuwe gewei te groeien. Wie geduld heeft, kan het bijna zien gebeuren; het gewei van een damhert wordt elke dag ongeveer een halve centimeter langer. Na zo’n honderd dagen is het uitgegroeid.
De bok wacht nog even tot de eerste blaadjes van de bomen vallen en begint aan de volgende metamorfose. Hij krijgt een ruige wintervacht waarop die leuke stipjes niet meer zo goed te zien zijn. Als het dan echt zover is, trekt hij zijn buik in, zodat zijn gespierde borst meer opvalt en hij er ‘stoer’ en groot uit gaat zien.

Schijngevecht
Als de bok zijn uiterlijk op orde heeft, is hij klaar voor het publiek. Door te burlen (een soort brullend boeren) laat hij weten dat hij aanwezig is. Maar niet alleen de vrouwtjes zien hem staan, ook zijn rivalen weten hem nu te vinden. En dat leidt vaak tot een schijngevechtje.
Echt waar, die geweien zijn eigenlijk voor de show. Een hert met een klein gewei laat het wel uit zijn kop om te vechten met een grotere, sterkere bok. En als twee gelijkwaardige bokken elkaar ontmoeten, komen ze na een beetje duwen en trekken ook al snel tot een overeenkomst wie de baas is. Ze zullen tijdens de strijd niet op elkaars kwetsbare flanken richten. Om het naar mensengedrag te vertalen; het is een wedstrijdje armpje drukken.

Onvoorspelbaar
Toch is de bronsttijd niet ongevaarlijk. Onder invloed van hormonen kunnen herten soms onvoorspelbaar reageren. Daarbij kunnen ze per ongeluk een ander verwonden met de scherpe punten van het gewei. Ze hebben weinig oog voor hun omgeving en zijn zo gefocust op hun doel dat ze vaak niet meer eten en nauwelijks drinken.
De dieren zijn in deze tijd gebaat bij zoveel mogelijk rust. In het park betekent dat bijvoorbeeld dat verzorgers minder klussen doen op het veld en voldoende afstand houden tot de herten. In buitengebieden kun je te maken hebben met plotseling overstekende dieren en in de natuurgebieden kun je maar beter op veilige afstand van de dieren blijven.

Ongeveer 230 dagen later blijkt het allemaal de moeite waard te zijn geweest; in de zomer lopen er weer kleine bambi’s in de kudde.