Berichten

Sint Piter Tsjerke Grou

(video) De Stem van Grou: Het verhaal achter de klokken van de Sint Piter tsjerke

Grou / video – De Sint Piter Tsjerke in Grou, een rijksmonument uit de 13e eeuw, heeft een rijke geschiedenis en indrukwekkende klokken die een belangrijke rol spelen in het dorpsleven. In de 15e eeuw werd de kerk grondig gerestaureerd, inclusief de robuuste toren die nog altijd over Grou waakt.

De kerk heeft drie bijzondere klokken en een carillon, elk met een eigen functie en historie:

  1. Klok 1 (1947) en Klok 2 (1948) zijn na de Tweede Wereldoorlog gegoten door Van Bergen uit Midwolda. Ze luiden bij kerkdiensten en begrafenissen. Interessant is dat bij een begrafenis van een man klok 1 als eerste klinkt en bij een vrouw juist klok 2. Beide klokken dragen Latijnse inscripties die spreken over leven, dood en de vrijheid die na de oorlog werd herwonnen.
  2. Klok 3 is een bijzondere historische klok uit 1653, gegoten door Jurjen Balthasar. Deze klok, met een handmatige aandrijving, werd in vroeger tijden geluid wanneer de grietman Carel van Roorda recht sprak. Tegenwoordig klinkt deze klok nog steeds op zondagen tijdens het ‘Onze Vader’ en bij trouwerijen wanneer het bruidspaar de kerk verlaat.
  3. Het carillon, bestaande uit 17 klokjes, werd in 1989 geïnstalleerd als eerbetoon aan Grou en draagt een inscriptie van de Sparbank Mid Fryslân. Het carillon speelt regelmatig melodieën en voegt een muzikale noot toe aan het dorpsleven.

In deze video krijg je een unieke blik op de klokken van de Sint-Pitertsjerke, inclusief beelden van het exterieur, interieur, en natuurlijk het prachtige geluid van de klokken die door de eeuwen heen een belangrijke plek in de Grouster gemeenschap innemen.

Bron tekst & video: Luidklokken Fryslân

Uurwerkmakers in grou dorpsarchief

Wie kent het verhaal van de Grouster uurwerkmakers?

Grou – Friese klokken zijn wereldberoemd. Daarbinnen nemen Grouster klokken een bijzondere plek in. Hun speelwerken en mechanismen zijn onovertroffen. Toch heeft dit hoogstaande peil van vakmanschap van de Grouster uurwerkmakers zich in een zeer korte periode ontwikkeld. Bijna even snel is de bedrijfstak weer verdwenen.

Dorpsarchief Grou heeft de Grouster uurwerkmakers en hun producten letterlijk in kaart gebracht. De verklaring voor opkomst en ondergang zijn duidelijker geworden, maar vragen ook om nader onderzoek. Op de website www.dorpsarchiefgrou.nl worden alle onderzoeksresultaten weergegeven.

Uurwerkmakers in grou dorpsarchief

In het midden klokkenmaker Jou Ratsma. Foto’s: Dorpsarchief Grou

Welvaart door scheepvaart

Halverwege de achttiende eeuw waren er twee uurwerkmakers in Grou: Rinze Durks en Johannes Andriesse. Ze woonden “op stand”, vlak bij elkaar in een statige woning in het oude centrum van het dorp. Bij de belastingherziening van 1749 werden ze aangeslagen voor 23 en 28 gulden en vielen daarmee in de categorie “behoorlijk zwaar belast”. Het ging dus goed met deze ambachtslieden. Zij profiteerden van de welvaart die de bouw en exploitatie van kofschepen opleverden.

Scheepshellingen

Er waren vijf scheepshellingen in Grou waar kofschepen gebouwd werden die geschikt waren voor de kustvaart. En vanaf 1738 zeilden Grouster schippers daarmee de zee op. Ze vervoerden vrachten over de Noordzee naar de Baltische landen en zeilden richting het zuiden naar Bordeaux, Lissabon en zelfs Barcelona. De grootste schepen waren wel 30 meter lang. Veel gegoede inwoners van het dorp hadden aandelen in deze kofschepen gekocht en dat leverde een prima rente op. Er werd ook levendige handel in deze aandelen gedreven.

Welvaart

Er was dus welvaart, het dorp bloeide. De graanmolen werd verhoogd. De eerste weg naar Jirnsum werd aangelegd, zij het nog slechts als ‘modderdyk’. Johannes Andriesse liet een nieuwe kajuit op zijn woning bouwen. En de mensen gaven graag hun geld uit aan bijzondere uurwerken. Er wordt wel gezegd dat ieder welgestelde dorpeling een staande klok in huis moest hebben. Voor een goede staande klok werd wel een bedrag van 120 gulden betaald. En dat in een tijd dat je voor 400 gulden een woning kocht!

Klokgevel met kenmerkende klok als herkenningspunt van de klokkenmakerij

Klokgevel met kenmerkende klok als herkenningspunt van een Grouster klokkenmakerij. Foto: Press4All

Speelsheid als handelsmerk

De Friese uurwerkmakers waren ondernemend en vernieuwend. Vanuit de Zaanse klok ontwikkelden ze eerst de Friese stoeltjesklok en later de Friese staartklokken. De oudste Grouster staartklok, die wij aantroffen, is die van Johannes Andriesse. Groot voordeel was de langere slinger en daarmee de grotere nauwkeurigheid van de tijdsaanduiding. De kast beschermde de slinger. Maar het meest bijzondere kenmerk van de Grouster klokken was wel het speelwerk. “Heeft een Friese klok een speelwerk, dan is hij eigenlijk altijd in Grou gemaakt”, zo zei de vorig jaar overleden klokkenmaker G.L.Tasma uit Frederiksoord. Een speelwerk kon tot 12 verschillende melodieën spelen. De inbouw van dergelijke complexe speelmechanismen was een waar kunstwerk.

Vormgeving

Ook in de vormgeving en werking van bewegende delen waren de Grousters meesters. Bijzonder is een klok van Tjalke van der Ploeg, waarop ook de getijden in Harlingen worden weergegeven. In het museum in Joure hangt een klok die Douwe Jelles Tasma maakte met een zeer ingenieus weversmechanisme, gemaakt voor een Grouster opdrachtgever die een weverij had. Er is een klok bekend met boven de wijzerplaat een geschilderde kerktoren met in die kerktoren een torenklok die dezelfde tijd aangeeft als de wijzers op de wijzerplaat. Ook een klok met daarop een zwevende luchtballon is een voorbeeld van grote creativiteit.

Drie families en vier generaties

De klokkenmakerij werd ook wel een industrie genoemd. Maar de werkwijze lijkt toch een sterk ambachtelijk en kunstzinnig karakter te hebben gehad. Vaak leverde men klokken op verzoek en paste die aan aan de persoonlijke wensen van de koper. Maar ook werden klokken ‘voor de markt’ geproduceerd. En daarvoor konden de bestaande veerdiensten vanuit Grou op Leeuwarden, Sneek, Heerenveen en Amsterdam gebruikt worden. Men kon zo heel goed onderdelen en kasten aanvoeren en eventueel halfproducten afleveren. Niet zelden werd daarbij niet de naam van de producent, maar van de handelaar op de klok gegraveerd.

Inspiratie

Binnen de Grouster gemeenschap waren de uurwerkmakers wel elkaars concurrenten, maar bleven ook buren en dorpsgenoten. Zo gingen de Andriessen en Kuipers met elkaar mee bij het aangeven van de geboorte van hun kinderen bij de burgerlijke stand. En zo moeten ook de ervaren klokkenmakers de jeugd hebben geboeid met hun schitterende mechanismen en beelden. Johannes Andriesse, Tjalke van der Ploeg en Johannes Sjoerds Binnerts woonden vrijwel naast elkaar en kunnen in hun jeugd geïnspireerd zijn door de kundigheid van hun vaders.

Bijzonder in de ontwikkeling van de uurwerkmakerij in Grou zijn de familiebanden. Van de in totaal 28 uurwerkmakers behoren er 15 tot een van de drie families: Tasma (5), Dirks (6) en Andriesse (4).

Verdwijnend ambacht

De staartklokken waren niet alleen preciezer, maar ook eenvoudiger te maken en dus goedkoper. Opvallend was dat er bij de uiteindelijk zestig Grouster klokken, die we op onze zoektocht vonden, er in de tweede helft van de achttiende eeuw sprake was van een grote variëteit aan staande klokken, tafelklokken, stoel- en staartklokken en zelfs enkele horloges, maar dat de klokken van na 1820 uitsluitend staartklokken waren. De bloei van de scheepsbouw was voorbij en de gelijktijdige neergang van de welvaart trof de Grouster klokkenmakers hard. Douwe Jelles Tasma had een dure plek in de kerk, die hij moest verkopen. In 1829 moest hij al geld lenen. In 1845 verkocht hij zijn huis en bedong daarbij dat hij nog gedurende 5 jaren een kamer mocht blijven bewonen.

Doorstart in ijzerwerk

Gelijk met de neergang van de kofvaart kwijnde ook de uurwerkmakerskunst uit Grou weg. Jou Ratsma was de laatste van hen. Hij maakte aanvankelijk stoeltjes- en langstaartklokken, maar verrichtte uiteindelijk alleen nog reparatiewerk.

Geheel anders verliep het met zijn klokkenmaker Tjalke van der Ploeg. Hij maakte op een industrietentoonstelling in Leeuwarden veel indruk op Koning Willen III met een pendule die niet alleen de tijd, maar ook het jaar, de maand en datum aangaf. Daarnaast demonstreerde hij de koning bij de Irnsumerzijl ook de werking van door hem ontworpen brandspuiten. En met name die wekten de interesse van de koning en anderen. De opdrachten kwamen binnen en daarmee introduceerde hij een nieuwe industrietak in Grou: “it izerwurk”. Hoewel zijn bedrijf in brandspuiten en brandkasten in 1917 naar Apeldoorn verhuisde, gingen twee ex-werknemers door met aanvankelijk een reparatiebedrijf, dat later uitgroeide tot een metaalindustrie met ca 100 werknemers (Volma). Op deze manier heeft toch de metaaltechniek die zich met de uurwerkmakerij in Grou ontwikkelde een belangrijk vervolg gekregen. Niet voor niets is “it izerwurk” opgenomen in de dorpscanon van Grou. https://www.dorpscanon.nl/dorpscanon/dorpscanon-van-grou

Dieper inzicht gewenst

Vreemd genoeg blijven we aan het eind van onze studie zitten met vragen als: hoe is het eigenlijk allemaal precies begonnen? Waar haalden de eerste Grouster uurwerkmakers hun kundigheid vandaan? Hoe ontwikkelden ze zo snel een zo hoog kwaliteitspeil? En waardoor is deze bedrijfstak niet tijdig aangepast aan veranderende omstandigheden?

Wij hopen naar aanleiding van ons onderzoek en de op de website gepresenteerde resultaten meer voorbeelden en ervaringen te ontvangen, die mogelijk nieuw licht werpen op dergelijke vragen. Wij horen graag van u!

uurwerk sint piterkerk grou

Klok en uurwerk Sint Piterkerk Grou van slag

Grou – Een alerte dorpsgenoot uit Grou raakte enigszins van slag toen de klok van de Sint Piterkerk vannacht om één uur drie keer sloeg. De tijd van de wijzers correspondeerde niet meer met het aantal slagen dat de klok sloeg.

toren sint piterkerk Grou

Toren Sint Piterkerk Grou. Dronefoto: Press4All

Vandaag bleek de storing nog steeds aan te houden, want om 11:30 uur sloeg de klok al twaalf keer. Een telefoontje van de bezorgde Grouster naar de beheerder / koster van de kerk bood uitkomst. Koster Eddy van der Noord liet weten dat er inderdaad een mankement aan het slag- en uurwerk is. Inwoners van Grou moeten er rekening mee houden dat het slaan van de klok niet de juiste tijd weergaf. De reparatie kan, vanwege de vakantietijd nog enige tijd op zich laten wachten. Eddy: “Het blijkt dat de reparateur op vakantie is. Ik hoor binnenkort wanneer het euvel verholpen kan worden. Wat er precies aan de hand is weet ik niet, dat moet de specialist bekijken. Voorlopig heb ik de klokken van het uurwerk losgekoppeld zodat ze geen geluid meer maken. De wijzers in de toren geven dus niet meer de juiste tijd weer.”

Historie

De originele grote klok van de Sint Piter werden tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers voor de oorlogsindustrie uit de toren verwijderd. Zaterdag 13 september 1947 werd de nieuwe grote torenklok, weer gegoten bij Van Bergen in Midwolda, overgedragen aan de Kerkvoogden. Een jaar later, in 1948, wordt de kleine klok uit 1653 op z’n plaats gehesen. De Klokken slaan uren, halfuren en kwartieren via het slagwerk op het uurwerk. Op zondag bovendien voor aankondiging van de kerkdienst. Luiden met beide klokken gebeurde vroeger uitsluitend bij begrafenissen, waarbij met de grote of de kleine het eerst werd ingezet, al naar de overledene een man of een vrouw is. Het uurwerk wordt tegenwoordig elektrisch aangedreven.

Bron laatste alinea: Dorpsarchief Grou. Fotografie: Press4All