Berichten

80 jaar sks skûtsjesilen

Tachtich jier sile yn frijheid – 80 jaar SKS-skûtsjesilen in beeld

Op zaterdag 3 mei 2025 wordt in het Skûtsjemuseum te Earnewâld de tentoonstelling ‘Tachtich jier sile yn frijheid’ geopend. Kinderen van de plaatselijke basisschool en voormalig skûtsjeschipper Jeen Zwaga (89) verrichten om 15.00 uur de officiële opening. Zwaga was negen jaar oud toen in 1945 de Sintrale Kommisje Skûtsjesilen (SKS) werd opgericht.

De expositie vertelt het verhaal van 80 jaar SKS-skûtsjesilen, ontstaan in een periode waarin de zeilende vrachtvaart snel afnam. Age Veldboom, Nynke Veenstra en Harm de Vlas stelden de expositie samen. Aan een staaldraad hangen jaartallen, die als een soort rode draad boven de uitgelichte historische momenten zweven. Na de Tweede Wereldoorlog, in 1945 was er behoefte aan een duidelijke structuur: geen losse wedstrijden meer door heel Friesland, maar een vaste reeks, goed georganiseerd. Dit werd de oprichting van de SKS. “Men woe in goed regele kampioenskip, foar de skûtsjes”, zegt Age Veldboom, initiatiefnemer van het Skûtsjemuseum.

Lading van boord

In de beginjaren werd er door de skûtsjes nog met vracht gezeild; voor elke wedstrijd moest de hele lading van boord. In de jaren ’50 daalde het aantal deelnemers sterk tot een handvol. Toen nam Earnewâld het initiatief, dat het dorp via een plaatselijke commissie een eigen skûtsje kon kopen en een schipper kon aanstellen die dan voor de Stichting zeilde. “Dat wie revolúsjonêr, want earder wie de skipper altyd baas op syn eigen skip”, aldus Veldboom.

In 1953 redde Lodewijk Meeter het kampioenschap van afgelasting en was hij de eerste die een skûtsje speciaal voor wedstrijden kocht. Sindsdien is het deelnemersveld van de SKS langzamerhand gegroeid naar het huidige aantal van veertien schepen.

Veranderingen

In de loop der jaren veranderde er veel: de onderkant van het schip werd vroeger zwart geteerd, dat is nu een spiegelgladde coating en het zware katoendoek maakte plaats voor dacron (kunststof, lichter en sterker dan katoen). Het interieur van het roefje werd gestript om gewicht te besparen en de mast werd verder naar achteren op het skûtsje geplaatst. Later kwam de originaliteitscommissie en daardoor kwamen een aantal historische elementen wel weer terug aan boord. Sinds 1971 is er elk jaar een SKS-wimpel welke het publiek kan kopen, een geliefd verzamelobject. De expositie in Earnewâld brengt deze rijke geschiedenis van schippers en skûtsjes tot leven – een eerbetoon aan tachtig jaar vrijheid op het Friese water.

De expostie in Skûtsjemuseum Earnewâld is vanaf 3 mei toegankelijk voor publiek. Voor meer informatie: www.skutsjemuseum.nl

Dit artikel is tot stand gekomen i.s.m. Weekblad Actief en Skûtsjemuseum Earnewâld en mag niet door derden worden overgenomen.

Ja ik Wil

Hinke en Henk Volbeda uit Grou 50.000ste bezoekers tentoonstelling ‘Ja ik Wil’

Het Fries Museum in Leeuwarden ontving donderdag de 50.000ste bezoeker voor de tentoonstelling Ja, ik wil! 250 jaar trouwjurken. Hinke en Henk Volbeda uit Grou werden met een bloemetje en de tentoonstellingscatalogus verwelkomd door directeur Kris Callens.

Het echtpaar kwam speciaal voor Ja, ik wil! naar Leeuwarden: “We wilden er vanaf het begin naartoe, maar vandaag was het dan eindelijk zover! Wat bijzonder dat wij de 50.000ste bezoekers zijn, en éxtra leuk omdat wij volgend jaar 50 jaar getrouwd zijn.” De tentoonstelling, die door bezoekers met een 8,5 wordt beoordeeld, is nog tot en met 16 februari 2025 te zien.

Online tour

De tentoonstelling is vanaf vandaag ook online te bezoeken via jaikwil.friesmuseum.nl vanaf een pc, tablet of smartphone. In een online omgeving is de gehele tentoonstelling te bekijken dankzij foto’s van Ruben van Vliet. Online bezoekers kunnen verder alle tentoonstellingsteksten lezen, filmmateriaal bekijken, een quiz volgen en hun eigen trouwjurk samenstellen. Op deze manier kunnen bezoekers zich te allen tijde door Ja, ik wil! laten inspireren, ook wanneer de tentoonstelling voorbij is of zij het museum niet fysiek kunnen bezoeken.

Ja, ik wil!

In de tentoonstelling, vormgegeven door ontwerpstudio MAISON the FAUX en met grafische vormgeving van Dana Dijkgraaf Design, wordt een overzicht gepresenteerd van de geschiedenis van de trouwjurk, al eeuwen een iconisch kledingstuk. De trouwjurk weerspiegelt de wereld van de bruid; van mode en tijdgeest tot smaak en sociale klasse. Aan de hand van persoonlijke verhalen over de draagsters wordt een beeld geschetst van de ontwikkeling van de trouwjurk en daarmee ook de positie van vrouwen in Nederland.

Zo’n 60 jurken

In Ja, ik wil! ontdek je zo’n 60 jurken – van een trouwkostuum uit 1782 tot tal van hedendaagse ontwerpen, waaronder Viktor&Rolf (met de trouwjurk van beauty content creator en presentatrice Nikkie de Jager alias NikkieTutorials), Iris van Herpen, Edwin Oudshoorn, Jan Taminiau, Addy van den Krommenacker, Mart Visser en Tess van Zalinge. De diversiteit van de jurken toont niet alleen de veranderende mode, maar biedt ook een kijkje in maatschappelijke thema’s als individualiteit, emancipatie en gendergelijkheid. Een van de zalen is omgedoopt tot atelier, waarin Claes Iversen laat zien hoe een ontwerper van trouwjurken te werk gaat.

Lancaster

(video) Geraakt, de laatste vlucht van de Lancaster R5682

Grou – wil zich profileren als poort naar de Alde Feanen. Naast prachtige natuur, de pontjesroute De 8 van Grou is er bijvoorbeeld in Earnewâld een historisch Skûtsjemuseum en is er aandacht voor het verhaal van Lancaster R5682 die neerstortte in de Alde Feanen nabij Warten. Onlangs opende Peter Joslin, de kleinzoon van de Lancaster piloot, de tentoonstelling ‘Geraakt, de laatste vlucht van de Lancaster’. Een expositie rondom de Britse bommenwerper R5682 en haar bemanning. In het oude gebouwtje van de ijsclub achter het Skûtsjemuseum te Earnewâld, kunnen belangstellenden het visuele verhaal van deze bommenwerper vanaf nu weer bekijken.

Lancaster R5682

In de nacht van 4 op 5 september 1942 stegen vanaf vliegveld Syerston in Engeland 251 bommenwerpers op. De Lancaster R5682 vloog met zeven man aan boord richting Duitsland. Hun doel: de Focke Wulf-vliegtuigenfabriek in Bremen bombarderen. De Duitse Luftwaffe op de vliegbasis van Leeuwarden had de bommenwerper al snel in gespot en stuurde een vliegtuig om het toestel uit de lucht te schieten. Met twee kapotte rechter motoren zet piloot Peter Joslin koers naar Fryslân om een noodlanding te maken. Het duurde daarna niet lang voordat de bommenwerper neerkwam in de Alde Feanen. Vier van de zeven mannen overleefden de crash met een parachute. Het is onduidelijk of de Canadese boordschutter James Francis Cooper ook is gesprongen. Hij is de enige vermiste inzittende van het vliegtuig.

Zwaluwwand

Op de plek waar de Lancaster neerstortte is een permanente herdenkingsplaats gecreëerd: De Zwaluwhaven. Deze 32 meter lange muur, ontworpen door landschapsarchitecte Nynke Rixt Jukema, heeft 251 gaten voor oeverzwaluwen. Het aantal gaten komt overeen met het aantal gevechtsvliegtuigen dat in de nacht van 4 op 5 september 1942 opsteeg. Het aantal meters van de muur komt overeen met de lengte van de Lancaster. Van de 251 gaten worden 12 dichtgemaakt. Twaalf vliegtuigen, die die nacht in 1942 opstegen, kwamen niet terug.

Opening expositie

Voor veel aanwezigen was de opening van de expositie, een een bezoek aan de zwaluwwand een bijzonder moment. Zeker voor Peter Joslin, die zelf piloot met een Airbus vloog. Hij is speciaal voor dit moment van de United Kindom naar Nederland gekomen. De leerlingen van de Master Frankeskoalle uit Earnewâld onthulden een informatiebord en knipten samen met Peter Joslin als openingshandeling een rood gekleurd lint door.

Voor meer informatie over de Alde Feanen kijk op www.np-aldefeanen.nl

Dit bericht is i.s.m. Weekblad Actief gemaakt en mag niet door derden worden overgenomen.