Berichten

bijen tellen

Nationale Bijentelling vraagt tien dagen aandacht voor wilde bijen

Grou – Dit jaar is de Nationale Bijentelling voor het eerst verlengd tot een tiendaagse telling. Tussen 15 en 24 april kan iedereen meedoen door een half uurtje wilde bijen te tellen. Dat kan overal; in je tuin, op je balkon, of ieder ander groen plekje in de buurt. Onderzoekers hopen zo meer te weten te komen over hoe het gaat met de wilde bijen in Nederland.

De organisatoren van de Nationale Bijentelling – IVN Natuureducatie, LandschappenNL, Natuur & Milieu en Naturalis Biodiversity Center – vragen dit jaar tien dagen aandacht voor de wilde bijensoorten in Nederland. Daarmee hopen ze op meer bekendheid voor de ongeveer 360 soorten wilde bijen in ons land. Daaronder vallen alle bijensoorten, behalve de honingbij. Zij worden door de mens verzorgd en zijn dus geen wilde bijen.

Meedoen aan landelijk bijenonderzoek

In tegenstelling tot eerdere edities waarin de telling in een weekend was, is het landelijke bijenonderzoek nu uitgebreid tot tien dagen. Daarmee is de kans op zonnig weer groter (voorwaarde voor de bij om uit te vliegen) en hebben tellers meer mogelijkheid om mee te doen.

Zo doe je mee: 

Je kunt meedoen door in die tien dagen minstens één keer de wilde bijen in je omgeving te tellen, maar vaker mag ook. Dat kan overal; in de tuin, op het balkon, of ieder ander groen plekje in de buurt. Het kost je maar een halfuurtje.

Met een handig online telformulier en bijengidsje geef je de verschillende soorten bijen en hommels door. De onderzoekers vergelijken de gegevens met die van de voorgaande jaren en krijgen zo meer inzicht in hoe het gaat met de wilde bijen in ons land.

Als je je vast via nationalebijentelling.nl inschrijft, ontvang je tips en bijenweetjes. Zo begin je goed voorbereid aan de telling! Meer doen voor de wilde bij? Met deze tien gouden regels maak je van je tuin, balkon of dakterras een groene oase van rust en biodiversiteit.

Extra aandacht nodig

De helft van de 360 wilde bijensoorten die in ons land voorkomen, zijn bedreigd. Niet voor niets zijn wetenschappers en natuurliefhebbers bezorgd. Er is veel aandacht nodig naar het beschermen van deze belangrijke bestuivers. “Iedereen die meetelt, draagt bij aan die bescherming”, zegt Koos Biesmeijer, wetenschappelijk directeur en bijenexpert bij Naturalis. Dat is essentieel, want wilde bijen zijn belangrijk voor bestuiving. “80% van onze eetbare gewassen en bijna 90% van onze wilde planten worden bestoven door bijen en andere insecten”, legt hij uit. “Dus hoe meer tellers hoe beter: zo krijgen we een steeds beter beeld van de bijenstand in ons land.”

Nationale Bijentelling

De Nationale Bijentelling is een gezamenlijk initiatief van Naturalis Biodiversity Center, LandschappenNL, en Natuur & Milieu, en wordt mede-georganiseerd door IVN Natuureducatie, EIS Kenniscentrum Insecten en Waarneming.nl. Het doel is om gezamenlijk meer over bestuivers te weten te komen, zodat we hen beter kunnen helpen. Daarom vragen we iedereen om mee te doen aan dit onderzoek door wilde bijen te tellen.

Invloed bestrijdingsmiddelen op bijen

Insecten als wilde bijen, hommels, vlinders en zweefvliegen lijden onder het gebruik van de chemische bestrijdingsmiddelen in de land- en tuinbouw. Veel insecten hebben we hard nodig om voedsel te kunnen maken. Zij bestuiven planten, waardoor daar weer voedsel aan groeit. We lopen het risico dat in de toekomst minder van dat voedsel beschikbaar is, als er minder bestuivende insecten zijn. Natuur & Milieu werkt aan land- en tuinbouw zonder schadelijke bestrijdingsmiddelen.

Bron tekst: Nieuwsbericht Natuur & Milieu

rans

Geef het door als je een ransuil ziet in Grou

Grou – Binnenkort gaan Age Kleinhuis en Tjeerd Sijtema (nieuwe voorzitter van de Fûgelwacht Grou) op pad om ransuilen te inventariseren. Twee jaar geleden spotte de fotograaf van Grousters.nl op Tweede Kerstdag een zonnende ransuil in een hoge conifeer. Ook is er dit najaar een ransuil gezien in het centrum van Grou. Geef het door als je een ransuil ziet.

Ransuil gespot in Grou

Ransuil gespot op Tweede Kerstdag 2021 in Grou. Foto: Henk Brinkman / Press4All

Het Friese ransuilenonderzoek loopt al meer dan 10 jaar. In dit onderzoek worden in de winter de roestplaatsen van ransuilen geteld om zo inzicht te krijgen in de ransuilenstand. Het vorige telseizoen (2022-2023) is er weer een mooie aantal ransuilen waargenomen. Ten opzichte van een seizoen eerder laat het totaal aantal weer een stijgende lijn zien. Dat heeft alles te maken met de aanwezigheid en aantallen muizen. De verspreiding van de roestplaatsen in Friesland blijft zoals gebruikelijk beperkt tot de klei- en veengebieden (fig.1).

Ransuil

Kaartje van ransuilenroestplaatsen in Friesland seizoen 2022-2023.

Ransuilen

Teller Tjeerd Sijtema heeft zelf nog geen uilen gezien op de voorheen bekende plaatsen. Dit kan te maken hebben met het relatief warme weer van dit ogenblik. In het verleden konden er wel tachtig in één boom zitten. Zo werden ze op verschillende plekken in Grou gezien. Wel werd er door de fotograaf Henk Brinkman van Grousters.nl dit najaar een uil waargenomen in het centrum van het dorp. Age Kleinhuis en Tjeerd Sijtema laten weten dat er dit jaar wel veel jonge ransuilen geboren zijn, maar waar die zitten is voor hen tot nu toe een raadsel. Daarom doen ze een dringende oproep aan inwoners van Grou om goed om zich heen te kijken. Het beste kun je in groenblijvende bomen kijken of coniferen.

Ransuil

Ransuil gezien in het centrum van Grou in najaar 2023. Foto: Henk Brinkman / Press4All

Roestplaatsen 

Bij het tellen van ransuilen is het belangrijk om te weten waar hun slaapplaatsen zijn. Uilen rusten en slapen namelijk in groepen op zogenaamde roestplaatsen. Op deze roestplaatsen tref je soms vijf uilen aan, maar het komt ook voor dat dit er meer dan twintig zijn. Als je wilt weten hoeveel ransuilen er in Fryslân zijn, moet je dus de uilen op de roestplaatsen tellen. Kleinhuis hoopt dat mensen die uilenballen vinden of een ransuil zien, dat melden. Zo kan er een goed overzicht worden gemaakt van hoe het met de soort gaat. Overal in Friesland worden de ransuilen geteld.

Geef het door

Age Kleinhuis en Tjeerd Sijtema (06 12726319) inventariseren de roestplaatsen in Grou. Binnenkort gaan ze weer tellen. Als u een roestplaats in uw tuin heeft, neem dan contact op. Roestplaatslocaties blijven geheim en worden niet openbaar gemaakt.

Doe mee met de tuinvlindertelling

Grou – In het weekend van 7 tot en met 9 juli is de jaarlijkse tuinvlindertelling van De Vlinderstichting. Dit jaar in het jubileumjaar: De Vlinderstichting bestaat 40 jaar! Iedereen met een tuin of een balkon kan meedoen via Tuintelling.nl. Dankzij deze telling weet De Vlinderstichting welke vlinders er in de zomer in tuinen rondvliegen. Met die informatie kunnen ze beter beschermd worden.

Weinig vlinders

Dit voorjaar waren er weinig vlinders te zien. De junidip is geweest en de zomergeneratie is nu gaan vliegen. Welke soorten zien we straks in het telweekend? Dat zal blijken als er veel mensen meedoen aan de telling. Bij zonnig en warm weer zijn de omstandigheden het beste dat we vlinders kunnen tellen.

2022

Vorig jaar zijn er ruim 6.000 tellingen gedaan en werden ongeveer 73.000 vlinders geteld.  De nummer 1 was toen de dagpauwoog. Ontzettend talrijk met meer dan 16.000 exemplaren in één weekend. De atalanta eindigde op nummer 2 (9.879) het klein koolwitje werd derde (8.780).

Dagpauwoog - Albert Vliegenthart Atalanta - Dick Noordhof Klein koolwitje - Kars Veling
De top drie van vorig jaar: dagpauwoog (A. Vliegenthart), atalanta (D. Noordhof) en klein koolwitje (K. Veling).

Vlinders herkennen en waarnemingen doorgeven

Iedereen kan zijn of haar waarnemingen van vlinders in de tuin tijdens het telweekend direct online doorgeven. Een kwartiertje tellen is al voldoende. Wil je een seintje ontvangen zodra we van start gaan? Geef je op via www.vlinderstichting.nl/tuinvlindertelling en lees meteen hoe het in zijn werk gaat. Lastig om de vlinders uit elkaar te houden? Download dan deze handige vlinderherkenningskaart (of bestel de papieren versie) op www.vlinderstichting.nl.

Tips voor een vlindervriendelijke tuin 

Tuinen zijn belangrijk leefgebieden voor vlinders. Wat kun je doen om vlinders naar je tuin te lokken?

Plant nectarrijke bloemen voor vlinders. Zorg het hele jaar door voor nectar. Denk aan voedselplanten voor rupsen, de waardplanten. Plant bij voorkeur inheemse soorten in de tuin. Zorg voor variantie in hoogte: gras, kruidlaag, struikgewas en -indien mogelijk- zelfs bomen. Gebruik geen gif

Kijk voor alle informatie en meer tuintips op www.vlinderstichting.nl.