Berichten

De Grûn Beweecht

Skûtsje De Jonge Trijntje meert aan in Grou voor ‘De Grûn Beweecht’

Grou – Op 16 mei vertrekt het historische skûtsje De Jonge Trijntje vanuit Buitenstvallaat richting Grou, waar het deelneemt aan het culturele evenement De Grûn Beweecht. Het schip, gebouwd in 1909 op werf Van der Werff in Buitenstvallaat, vaart op 17 mei mee in de officiële Grûnparade naar de Prinsentuin in Leeuwarden. 

Van Friese bodem naar een aarden kunstwerk

Tijdens het evenement wordt op het Oldehoofsterkerkhof in Leeuwarden een indrukwekkende kathedraal van aarde gebouwd. Deze aarde wordt met skûtsjes, pramen en kruiwagens uit heel Fryslân, waaronder Dokkum, naar Leeuwarden gebracht – als symbool van verbinding met de bodem en elkaar. De Jonge Trijntje vervoert aarde uit onder andere het Nieuwe Meer bij Aldegea, de nieuwe parkhaven van Drachten en van de Lucasschool, waar leerlingen zelf met kruiwagens de grond aanleveren bij de schepen.

Een verhaal onderweg

In Grou vertelt Regina Bijlsma in de vorm van een theaterintermezzo een bijzonder verhaal aan boord van De Jonge Trijntje. In 2023 maakte zij een theatervoorstelling op het schip, die plaatsvond in de passantenhaven van Drachten. Het schip fungeerde toen als levend decor voor verhalen over verleden en toekomst, wortels en dromen. Dit jaar zal ze haar verhaal opnieuw delen met de bemanning, publiek en passagiers.

Skûtsje De Eabelina uit Earnewâld

Schipper Age Veldboom van het skûtsje Eabelina uit Earnewâld vertelt hoe zijn schip deelneemt aan ‘De Grûn Beweecht’. Age Veldboom: “Wij zijn trots op onze geboortegrond, die in alle variaties in Friesland te vinden is. In de Alde Feanen is dat veengrond. Op die grûn moet je zuinig zijn en niet vergiftigen”. Op vrijdag 16 mei vertrekt de Eabelina vanuit Earnewâld. Daar wordt veengrond en turf opgehaald, symbolisch voor de rijke geschiedenis van het gebied. Kinderen uit het dorp helpen mee door met kruiwagens de turf naar het schip te brengen. Deze bijdrage benadrukt de verbondenheid van de gemeenschap met hun grond en erfgoed.

80 jaar sks skûtsjesilen

Tachtich jier sile yn frijheid – 80 jaar SKS-skûtsjesilen in beeld

Op zaterdag 3 mei 2025 wordt in het Skûtsjemuseum te Earnewâld de tentoonstelling ‘Tachtich jier sile yn frijheid’ geopend. Kinderen van de plaatselijke basisschool en voormalig skûtsjeschipper Jeen Zwaga (89) verrichten om 15.00 uur de officiële opening. Zwaga was negen jaar oud toen in 1945 de Sintrale Kommisje Skûtsjesilen (SKS) werd opgericht.

De expositie vertelt het verhaal van 80 jaar SKS-skûtsjesilen, ontstaan in een periode waarin de zeilende vrachtvaart snel afnam. Age Veldboom, Nynke Veenstra en Harm de Vlas stelden de expositie samen. Aan een staaldraad hangen jaartallen, die als een soort rode draad boven de uitgelichte historische momenten zweven. Na de Tweede Wereldoorlog, in 1945 was er behoefte aan een duidelijke structuur: geen losse wedstrijden meer door heel Friesland, maar een vaste reeks, goed georganiseerd. Dit werd de oprichting van de SKS. “Men woe in goed regele kampioenskip, foar de skûtsjes”, zegt Age Veldboom, initiatiefnemer van het Skûtsjemuseum.

Lading van boord

In de beginjaren werd er door de skûtsjes nog met vracht gezeild; voor elke wedstrijd moest de hele lading van boord. In de jaren ’50 daalde het aantal deelnemers sterk tot een handvol. Toen nam Earnewâld het initiatief, dat het dorp via een plaatselijke commissie een eigen skûtsje kon kopen en een schipper kon aanstellen die dan voor de Stichting zeilde. “Dat wie revolúsjonêr, want earder wie de skipper altyd baas op syn eigen skip”, aldus Veldboom.

In 1953 redde Lodewijk Meeter het kampioenschap van afgelasting en was hij de eerste die een skûtsje speciaal voor wedstrijden kocht. Sindsdien is het deelnemersveld van de SKS langzamerhand gegroeid naar het huidige aantal van veertien schepen.

Veranderingen

In de loop der jaren veranderde er veel: de onderkant van het schip werd vroeger zwart geteerd, dat is nu een spiegelgladde coating en het zware katoendoek maakte plaats voor dacron (kunststof, lichter en sterker dan katoen). Het interieur van het roefje werd gestript om gewicht te besparen en de mast werd verder naar achteren op het skûtsje geplaatst. Later kwam de originaliteitscommissie en daardoor kwamen een aantal historische elementen wel weer terug aan boord. Sinds 1971 is er elk jaar een SKS-wimpel welke het publiek kan kopen, een geliefd verzamelobject. De expositie in Earnewâld brengt deze rijke geschiedenis van schippers en skûtsjes tot leven – een eerbetoon aan tachtig jaar vrijheid op het Friese water.

De expostie in Skûtsjemuseum Earnewâld is vanaf 3 mei toegankelijk voor publiek. Voor meer informatie: www.skutsjemuseum.nl

Dit artikel is tot stand gekomen i.s.m. Weekblad Actief en Skûtsjemuseum Earnewâld en mag niet door derden worden overgenomen.

skûtsje Doarp Grou

Age Veldboom over het nut van ‘ontknikken’ van skûtsjes

Skûtsjes, traditionele Friese zeilschepen die oorspronkelijk werden gebruikt voor vrachtvervoer, zijn bekend om hun platte bodem en hun wendbaarheid in de ondiepe wateren van Friesland. Een aantal skûtsjes binnen de SKS kreeg in het verleden een knik in de bodem, waarbij verwacht werd dat deze scheppen sneller zouden gaan varen. Door de nieuwe regels die in 2022 ingingen lijkt het erop dat de knik geen functie meer heeft.

In de studio

Age Veldboom aan het roer van een historisch schip. Foto: Henk Brinkman / Press4all

Op maandag 5 augustus zal Age Veldboom uit Oudega (Sm., bij Earnewâld) in Hilversum in de studio spreken met Bert Haandrikman over het knikken en ontknikken van skûtsjes. Vanwege de Olympische Spelen in Parijs is Bert Haandrikman dit jaar niet op locatie in Fryslân maar blijft hij in de studio bij NPO2 in Hilversum. Age Veldboom weet vanuit zijn rol bij het Skûtsjemuseum in Earnewâld alles over de historie van het skûtsjesilen. Hij is al jaren verbonden aan Omroep Max. “Naast dat ze iemand zochten met kennis over skûtsjesilen, willen ze ook graag iemand die goed Nederlands spreekt”, laat Veldboom weten. “Zelf ben ik ook voorstander van zo autentiek mogelijke skûtsjes. Al die veranderingen gaan mij te ver. Straks willen de schippers nog aluminium masten op hun schepen. Het is historisch cultureel erfgoed. Daarom ben ik iemand die tegengas geeft.”

SKS en IFKS

Historisch gezien waren skûtsjes een cruciaal onderdeel van de Friese economie, vooral in de 19e en vroege 20e eeuw. Ze werden gebruikt om turf, zand, en andere goederen door de smalle, ondiepe kanalen en meren van Friesland te vervoeren. Tegenwoordig hebben skûtsjes vooral een culturele en recreatieve waarde. Veel van deze schepen zijn gerestaureerd en worden gebruikt voor zeilwedstrijden, zoals de beroemde jaarlijkse SKS- (Sintrale Kommisje Skûtsjesilen) en IFKS- (Iepen Fryske Kampioenskippen Skûtsjesilen) wedstrijden.

Ontknikken

Het knikken of ontknikken kent geen historische grondslag. “Het is echt een ding van deze tijd”, verzekert Age Veldboom. Recentelijk is het gunstiger geworden om de knik weg te halen. Dit komt doordat de nieuwe formule voor het berekenen van het maximale zeiloppervlak is gekoppeld aan onder andere hoe diep het schip in het water ligt. Door het ontknikken wordt de waterlijn langer en komt het schip iets minder diep in het water te liggen. Dit resulteert in betere zeileigenschappen en maakt het mogelijk om een groter zeiloppervlak te gebruiken, wat de prestaties in wedstrijden verbetert. *


Skûtsje Doarp Grou en Earnewâld op het water bij Grou finishten als eerste en tweede tijdens de openingswestrijd van het SKS-Skûtsjesilen 2023. – Actief Media

Het is een ingreep die bij meerdere skûtsjes wordt toegepast: het ‘ontknikken’. Dit jaar is het skûtsje van Woudsend ‘Klaas van der Meulen’ onder handen genomen. De skûtsjes van Grou, Leeuwarden en Akkrum zijn dat skûtsje al voorgegaan. **

Het Skûtsje Journaal is van zaterdag 3 tot en met vrijdag 16 augustus 2024 (m.u.v. zondagen), rond 17.30 uur te zien op NPO 2.

Bron citaten *  **: Omrop Fryslân